Wat is kanker
Er zijn, zoals ik al vermeldde onder het hoofdje “De oorzaak van kanker… en wat wij kunnen doen…” op deze website, veel theorieën over kanker. Twee van deze theorieën, beide uit het zogenaamde “alternatieve” circuit, spreken mij bijzonder aan.
De eerste theorie is de mening van Otto Warburg, later nader uitgewerkt door Brian Peskin. Onlangs is een boek verschenen van Ard Pisa (“Wat Angelina niet wist over kanker, maar wel had moeten weten”), dat ook uitgaat van deze theorie – warm aanbevolen!
Op de website cancertutor.com staat een tweede theorie over het ontstaan van kanker, die ik persoonlijk ook interessant vond. Vandaar onderstaande verkorte weergave ook van dit uitgangspunt.
Ik ben geen wetenschapper – dus de juistheid van deze theorieën kan ik niet staven… maar ik vond het interessant genoeg om jullie er iets van te vertellen – vooral omdat veel alternatieve geneeswijzen voor kanker uitgaan van deze zelfde theorieën. Met excuses voor eventuele fouten in de uitleg… ik ben zoals gezegd een amateur in deze…
Wat mij trouwens opviel in beide theorieën is dat ze – hoewel enerzijds best verschillend – anderzijds uiteindelijk in details wel veel overeenkomsten vertonen, en ook werken met veelal dezelfde geneesmethoden. Voor mijzelf heb ik dus maar besloten dat ik uitga van een combinatie van beide theorieën – totdat er meer duidelijkheid zal zijn verkregen…
KANKER BEGRIJPEN: beide theorieën gaan uit van de cellen in ons lichaam
Om kanker te begrijpen moet je je allereerst realiseren, dat je hele lichaam niets anders is dan een verzameling cellen die met elkaar zijn verbonden. Als je iedere cel uit je lichaam weghaalde, zou je niets anders zijn dan een plas bloed en andere vloeistoffen op de vloer. En in het bloed zouden cellen zitten!
Je hersenen zijn niets dan een verzameling cellen, evenals je hart, je spieren, je botten, en ga zo maar door.
Als we dus denken over kanker, denken we over iets dat gebeurt met een verzameling cellen.
Iedere volwassene heeft in zijn/haar lichaam een aantal kankercellen – en krijgt ook nieuwe kankercellen er bij. Dat is normaal gesproken geen probleem, want het immuunsysteem is prima in staat om met deze kankercellen af te rekenen.
Iemand “krijgt kanker” als de balans tussen het aantal nieuwe kankercellen en de kracht van het immuunsysteem is verstoord. Dat kan doordat er meer nieuwe kankercellen worden aangemaakt dan “normaal”, of doordat het immuunsysteem is verzwakt – door welke oorzaak dan ook.
Als er van een bepaalde stof dus wordt gezegd dat deze “kankerverwekkend” is, komt dat bijna altijd door iets dat òf een abnormaal hoog aantal kankercellen veroorzaakt (bijv. asbest), òf door iets dat het immuunsysteem onderdrukt (bijv. overmatig alkoholgebruik). Kortom, de dingen die “kanker veroorzaken” verstoren de balans tussen het aantal kankercellen in het lichaam, en de kracht van het immuunsysteem.
Echter, noch het aantal kankercellen in iemand’s lichaam, noch de kracht van diens immuunsysteem, veroorzaakt uiteindelijk de vorming van nieuwe kankercellen.
Vergelijk het maar met kakkerlakken in je kelder. Hoeveel kakkerlakken er in de kelder zitten heeft te maken met hoe snel ze zich vermenigvuldigen (“het aantal kankercellen in je lichaam”). Vervolgens laat je een verdelger komen om ze op te ruimen (“je immuunsysteem”).
Maar noch de verdelger, noch de snelheid waarmee de kakkerlakken zich vermenigvuldigen, heeft iets te maken met de reden waarom je eigenlijk kakkerlakken in je kelder kreeg…
Het ontdekken wat de oorzaak was dat een normale cel in je lijf veranderde in een kankercel, is zoiets als ontdekken hoe de kakkerlakken eigenlijk in je kelder terechtkwamen. Als ze er eenmaal zitten, dan begint de strijd tussen de verdelger en de snelheid van vermenigvuldiging.
1. Theorie volgens Brian Peskin (en Otto Warburg): zuurstoftekort
Tegenwoordig is de kans dat iemand – die nu nog geen kanker heeft – dit op enig moment zal krijgen zo’n 50%. Kanker krijgt dus een epidemische omvang – en dat is nog licht uitgedrukt.
Brian Peskin
Prof. Brian Peskin, schrijver van het boek “Het verzwegen verhaal over kanker”, volgt de ideeën over kanker van Otto Warburg (1933-1970). Warburg, fysioloog en arts, onderzocht het gedrag van tumoren, en bestudeerde het wezenlijk verschil tussen kankercellen en gewone cellen. In 1931 kreeg hij de Nobelprijs. Warburg legde de nadruk op het feit dat een kankercel leeft op gefermenteerde suiker in plaats van zuurstof. Otto Warburg werkte langere tijd samen met biochemicus Johanna Budwig, uitvindster van o.a. het beroemde Budwig-papje.
Volgens Peskin draait het bij de oorzaak – en dus ook de preventie en genezing – van kanker vooral om Essentiële Vetzuren (Omega 6 en Omega 3). Daarvan komen wij tekort. Zelfs de alom geprezen Olijfolie geeft ons niet deze Essentiële Vetzuren – in olijfolie zit vooral Omega 9.
Transvetten
Op dit moment eten de meeste mensen vetten die uitgebreid zijn bewerkt in fabrieken. Er staan dan termen op als “gehydrogeneerd”, “gehard” (geheel of gedeeltelijk). We noemen deze vetten “transvetten” – en ze zijn schadelijk voor de gezondheid.
Waarom? Ons lichaam is gevormd om te overleven op bepaalde stoffen – zoals vet, of koolhydraten, of vitaminen. Als die stoffen het lichaam binnenkomen, herkent het lichaam die stof en weet: “dit moet hier heen, dat moet daar heen”. Nu echter, de laatste 100 jaar of zo, zijn we dingen als transvetten gaan uitvinden, omdat die niet of veel minder bederven. Lijkt handig, maar helaas: het lichaam herkent deze vetten niet als “vet”, en slaat deze stoffen daarom op, meestal op een plek waar ze niet zoveel kwaad kunnen (je dijen, je heupen, je buik). Vaak verpakt het lichaam deze vreemde stoffen nog in vet, om ze goed te isoleren. Tja…
(En trouwens… waarom bederven die transvetten niet? – nou, allerlei bacteriën, piepkleine beestjes uiteindelijk, herkennen transvetten ook niet als voedsel en laten ze links liggen – vandaar… die beestjes weten wel wat ze doen!).
We missen de zuurstof-magneten
Wat is nu de relatie tussen die Essentiële Vetzuren die we tegenwoordig tekort komen, en kanker? Eigenlijk is dat heel eenvoudig. De Essentiële Vetzuren zijn een soort “zuurstof-magneten”. Ze trekken zuurstof aan in het bloed, brengen die zuurstof naar de cel, en trekken de zuurstof dan de cel binnen. En dan zie je wat er gebeurt als er niet genoeg Essentiële Verzuren zijn. Een cel krijgt dan niet genoeg zuurstof, en op een gegeven moment begint deze cel – in een soort wanhoopspoging om toch te overleven – te leven op gefermenteerde suiker (een oud oer-proces, de manier waarop cellen ooit in de oertijd overleefden).
Werken met deze theorie
Het Budwig-papje bleek een goede manier om iets te doen aan het zuurstoftekort van de cellen. Om deze zaak weer in orde te krijgen moeten er veel Essentiële Vetzuren in het lichaam komen, die kunnen zorgen dat zuurstof naar de cellen wordt gebracht. Dat voorkomt dat er meer kankercellen ontstaan door zuurstoftekort van gezonde cellen. En dat maakt ook dat kankercellen doodgaan – ze kunnen immers niet tegen zuurstof. Prima toch!
Bij dit hele proces zijn ook eiwitten nodig. Lijnzaad-olie met kwark – het Budwig-papje is precies wat hier goed van pas komt. Eventueel kan je nog een olie toevoegen met wat extra Omega 6 – saffloerolie is een goede optie daarvoor. Ook hennepolie werkt goed in dit hele proces! Hennepolie heeft volgens Peskin precies de juist verhouding tussen Omega 6 en Omega 3!
Essentiële Vetzuren kunnen slecht tegen verhitting. Ze zijn niet geschikt om te bakken, en het is het beste om goede oliën te bewaren in de koelkast. Een en ander maakt trouwens ook duidelijk waarom het eten van rauw voedsel zo goed is bij dit hele proces: hoe minder verhitting, hoe beter.
En als je olie wilt verhitten en iets wilt bakken: gebruik dan kokosolie, eventueel biologische roomboter of ghi (ghee, geklaarde boter) – dat vormt bij verhitting geen schadelijke stoffen – andere oliën wel.
Pas uitgekomen: Boek uitgaande van deze theorie over kanker. Ard Pisa: “Wat Angelina niet wist over kanker, en wel had moeten weten”. Verkrijgbaar bij Bol.com en in de boekhandel.
2. Theorie volgens R. Webster Kehr e.a.: MICROBEN
Hoe normale cellen veranderen in kankercellen
Je kan je afvragen waarom het belangrijk is te weten hoe een normale cel verandert in een kankercel. Dat is o.a. omdat er behandelingen tegen kanker bedacht kunnen worden die kankercellen terug-veranderen in normale cellen. Maar ook is het belangrijk omdat, als je weet waarom kankercellen ontstaan, je ook kan begrijpen waarom sommige alternatieve behandelingen tegen kanker meer succesvol zijn dan andere.
De vorming van nieuwe kankercellen wordt volgens deze theorie veroorzaakt door een speciaal soort microbe, een bacterie die makkelijk van vorm kan veranderen (pleomorfisch), klein is als een virus, en het vermogen heeft in een normale cel binnen te dringen. Daar in die cel blokkeert deze bacterie de vorming van ATP (een energiedrager) binnen het mitochondrion (de energiecentrale). En dat niet alleen: de microbe blokkeert de toevoer van glucose naar die energiecentrale; de meeste microben leven namelijk op glucose, ze stelen het voedsel van de cel. De microben scheiden ook mycotoxines uit, een giftige stof die verzurend is. Kankercellen zijn dus altijd veel te zuur (in tegenstelling tot basisch/alkalisch). Het mitochondrion, de energiecentrale, krijgt nu geen glucose meer – maar slechts zure afvalstoffen die het niet om kan zetten in energie. De cel heeft nu een probleem en gaat signalen afgeven: “help, er is te weinig glucose”. Het lichaam pikt deze signalen op en stuurt vervolgens meer glucose – maar deze glucose wordt opgevangen door de microben (die zich ook nog eens vermenigvuldigen). Nu is de cel een kankercel geworden, want z’n energieniveau daalt. Het mitochondrion, de energiecentrale van de cel, die normaal leeft in een omgeving van pyruvaat (afbraakprodukt van suikers), leeft nu in een zee van giftige en verzurende microtoxines. De cel is doodziek, maar gaat niet dood doordat de microben die er in zitten gezond en wel zijn. De kunst is nu, om de microben te doden, en niet de cel waar ze in zitten.
Omhulling van kankercellen
Kankercellen hebben een dikke omhulling van eiwit aan de buitenkant van de cel. Het is onbekend hoe de microben deze omhulling veroorzaken – waarschijnlijk scheiden ze de enzymen zelf af – maar er zijn een aantal dingen bekend.
Dit dikke eiwitomhulsel doet het volgende:
1) Het neemt glucose in zich op. Dit is bekend – kankercellen verbruiken veel meer glucose dan normale cellen. (Trouwens, dit is misschien een verklaring waarom Vitamine C helpt tegen kanker: een Vitamine C molecuul lijkt veel op glucose – de kankercel neemt het dus op, maar dan doodt de Vitamine C de microben).
2) Het omhulsel houdt zuurstof weg uit de cel (microben haten zuurstof, waarschijnlijk is het doel van het eiwitomhulsel zuurstof uit de kankercel te houden).
3) Het omhulsel maakt dat het immuunsysteem de kankercellen niet herkent als kanker.
Bij de behandeling van kanker is het belangrijk dit eiwitomhulsel te begrijpen. In de wereld van alternatieve behandeling is het bekend dat enzymen die eiwitten afbreken (proteolytische enzymen) en enzymen uit de alvleesklierklier (pancreasenzymen) in staat zijn dit omhulsel open te breken – zodat dan andere medicamenten, zoals waterstofperoxide of MSM, beter hun werk kunnen doen.
Maar nog even terug naar deze theorie over kanker
Meer bewijzen
Er is veel bewijs voor bovenstaande theorie over kanker.
1) Het is een feit dat de ATP energie in een kankercel erg laag is. Diverse behandelmethoden maken daar direct gebruik van. Graviola, Paw Paw, en enkele medicamenten (Protocel, Cantron) en meerder andere alternatieve kankerbehandelingen verlagen de ATP energie van alle cellen. Gezonde cellen hebben geen last van zo’n kleine teruggang in energie, maar kankercellen vallen letterlijk uit elkaar als hun ATP energie naar beneden gaat. Overigens: veel soorten chemotherapie verhogen juist de ATP energie.
2) Dr. Rober O Young heeft tijdens onderzoek door een speciale microscoop gezien hoe zeer agressieve schimmels zich een weg “boorden” door de celwand van normale cellen.
3) Sommige soorten kanker, waaronder plaveiselcelcarcinoom en melanoom, verspreiden zich op een bijzondere wijze. De manier waarop dat gaat kan alleen verklaard worden door een microbe die uit een kankercel komt, dan met het bloed meestroomt, om vervolgens elders in het lichaam een normale cel binnen te dringen.
4) Verschillende wetenschappers hebben onafhankelijk van elkaar een speciaal soort pleomorfische microben ontdekt en geconstateerd dat zij de veroorzakers waren van kanker. Onder hen was Dr. Royal Rife, die veel experimenten deed waarbij hij een kanker-virus injecteerde in gezonde muizen – die vervolgens kanker kregen.
5) Dr. Royal Rife ontwikkelde ook een machine die men “de Rife machine” noemt. Hij genas veel patiënten van kanker, en ook anderen die vroege versies van zijn machine gebruikten hadden dit resultaat. Zijn machine was ontworpen om één ding te doen: microben doden. Zijn machine doodde geen kankercellen, maar vroege versies van zijn machine genazen wel kanker. Elektromagnetische machines kunnen microben in kankercellen net zo makkelijk doden, als microben in het bloed. “Electro-medicin” heeft ook geen last van het dikke eiwitomhulsel om de kankercellen, en electro-medicine kan zelfs doordringen in de botten.
6) Dr. Tamara Lebedewa deed onderzoek aan een tumor, sneed er delen van af, en legde ze in een voedselrijke oplossing. Na enkele dagen zag ze drie-staartige amoeben (trichomonads) in de oplossing zwemmen. Wellicht waren het ook geen amoeben, maar een speciaal soort kanker-microbe. In elk geval heeft zij de aanwezigheid van een microbe in kankercellen aangetoond.
Concluderend
Veel alternatieve “anti-kanker kuren” gaan uit van één van bovenstaande theorieën over kanker – of een combinatie van van deze theorieën. Zoals:
– diëten
– Vitamine C per infuus (of liposomale Vitamine C)
– electro-medicin
– ultraviolet licht
– kuren met MMS en DMSO
– kuren met MSM
– het Budwig dieet
en nog veel meer.
Op deze website ga ik niet per se uit van één bepaalde theorie over kanker. Ik ben immers geen wetenschapper, maar slechts een beginnende ervarings-deskundige. Niet meer en niet minder. Als je me eerlijk vraagt welke theorie ik persoonlijk aanhang, zou ik willen zeggen: een combinatie van beide bovenstaande theorieën. Ik geloof in het zuurstof-verhaal, maar ook in de microben. Maar natuurlijk kan het allemaal best niet kloppen… hoewel: als de behandelingen tegen kanker blijken te werken… dan moet er wel iets juist zijn… toch…?
Wel, hoe het ook zij, wat ik hier probeer te presenteren is een zo volledig en praktisch mogelijk overzicht van de meest succesvolle alternatieve behandelingen van kanker. De precieze reden wáárom deze kuren werken zullen ons hopelijk eens wel duidelijk worden. Tot die tijd ben ik tevreden als het werkt. En ik vermoed jullie ook!
Een interessante aanvulling over DNA
Is kanker erfelijk – dat is tegenwoordig vaak de vraag – en moeten wij dan maatregelen treffen als we “dragers” zijn van – zeg maar: verkeerde informatie in onze genen? We hebben het allemaal wel gehoord: iemand krijgt kanker, en de kinderen worden meteen getest of zij soms ook in de toekomst gevaar lopen. Het kan zelfs zover gaan, dat men vervolgens dan doet als Angelina Jolie, de beroemde filmster die haar borsten liet amputeren omdat zij zo’n fout gen had geërfd. Ik las recentelijk een verslagje van een interview over dit onderwerp met dr. Burzynski (uitvinder van de antineoplaston therapie). Hij zei het volgende: we weten uit de genetische wetenschap – over ons DNA en erfelijkheid – dat onze genen niet “zomaar” hun werk doen (al dan niet “goed”). Er is iets nodig dat dit gen als het ware “aanzet” – maakt dat het gaat werken – zeg maar als een KNOP die wordt omgezet. Als je dus een gen erft voor bijvoorbeeld borstkanker, wil dit niet zeggen dat je ook borstkanker krijgt. Je moet wel eerst die KNOP omzetten – de voorwaarden scheppen waaronder dit gen actief kan worden. De KNOP – dat is onze manier van leven. Die voorwaarden, dat zijn de dingen die we doen die maken dat kanker in ons lijf de kans krijgt. Het heeft te maken met wat we eten en drinken, welke huishoudproducten we gebruiken, aan welke straling we blootstaan, welke gedachten en emoties te koesteren… het draagt er allemaal toe bij dat het “verkeerde gen” de kans krijgt in ons lijf.
Waarom krijgen dan zoveel mensen die drager zijn van zo’n verkeerd gen, inderdaad de kanker die in de familie heerst? Volgens dr. Burzynski komt dit doordat we niet alleen onze genen erven, maar ook een manier van leven. We eten en drinken vaak als onze ouders, we hebben vaak dezelfde voorkeuren en meningen, kopen dezelfde producten – kortom we gedragen ons zoals we hebben geleerd. En dat, zegt Burzynski, is die knop die wordt omgezet. Dàt maakt dat de kanker waarvoor wij de aanleg hebben geërfd, ook echt de kans krijgt.
De oplossing is dan simpel, stelt hij. Maak niet dezelfde fouten als je voorouders. Als je gezond eet, jezelf beschermt tegen giftige stoffen en straling, stress voorkomt en let op je geestelijk welzijn, dan gaat de knop niet om, en krijgt kanker in jou geen kans!